De steeds toegankelijkere
digitale en AI-technologieën van vandaag vergemakkelijken het (off- en online)
leven aanzienlijk, en deze tendens is ook op het vlak van het
straf(proces)recht voelbaar. Zoals echter steeds het geval is wanneer het op
maatschappelijke (r)evoluties aankomt, zijn het niet alleen legale partijen die
hierin interesse tonen. Aan een vaak nog hogere snelheid ontdekken momenteel
ook (cyber)criminelen wat AI allemaal te bieden heeft.
In hoeverre is ons (huidig en toekomstig) strafrecht aangepast aan
de nieuwe criminaliteitsvormen die AI met zich meebrengt?
In dit boek wordt het antwoord op deze vraag gezocht. Het geeft
vanuit de invalshoek van het materieel ondernemingsstrafrecht een eerste
beschrijving van AI-criminaliteit die de rechtspracticus nu en later voor de
nodige uitdagingen zal stellen.
Meer bepaald komen aan de hand van enkele actuele en praktische
casussen drie onderscheiden vormen van AI-criminaliteit aan bod:
·
criminaliteit met AI (AI als
‘instrument’ van het misdrijf);
·
criminaliteit door AI (AI als
‘dader’ van het misdrijf);
·
criminaliteit tegen AI (AI als
‘slachtoffer’ van het misdrijf).
Met voorwoord van Catherine Van de Heyning (Professor UAntwerpen en Substituut-procureur des Konings Mechelen).