De advocatuur staat op een tweesprong: demografische ontwikkelingen, zoals vergrijzing en een krimpende actieve bevolking, maar ook de opkomst van artificiële intelligentie vragen op veel fronten professionalisering en modernisering. Een duidelijke en realistische langetermijnstrategie is dan ook een allereerste vereiste. Een advocatenkantoor, onafhankelijk van de omvang, moet immers als een professionele en moderne onderneming worden geleid, wil het toekomstbestendig zijn.
Innovatie en efficiëntie dringen zich op, niet alleen in het bestuur en de dagelijkse leiding, maar ook op het vlak van ICT, LegalTech, automatisering van processen, legal project management, pricing, marketing en business development. Ook compliance-eisen worden steeds belangrijker, net als personeelsbeleid. Dit zijn doorgaans zaken waar advocaten wel een mening over hebben, maar niet altijd verstand van hebben. Wil een kantoor in een zwaar concurrerende en veranderende markt structureel boven het maaiveld uitsteken, dan moeten deze zaken modern en goed geregeld zijn. Advocaten zullen anders dan in het verleden hun kantoor veel meer vanuit het perspectief van hun cliënt moeten exploiteren.
In Ondernemen in de Belgische advocatuur worden stapsgewijs de verschillende aspecten doorlopen die kunnen leiden tot een deugdelijke, aan de huidige tijd aangepaste strategie en daarop gebaseerde exploitatie van het kantoor. Het boek geeft een handleiding hoe een praktijk op te bouwen, deze te onderhouden en blijvend winstgevend te exploiteren. Daarnaast komen in het boek ook enkele General Counsels aan het woord over het onderwerp ‘Wat wil de klant?’
Met voorwoord van Patrick Hofströssler.
Met bijdragen van Floor Blindenbach, Martine Brouwer-’t Hart, Anne-Marie Brueren, Nico Bruijel, Herman Buyssens, Maurits Fornier, Willem Hengeveld, Marjan Hermkes, Senne Mennes, Eva Peeters, Marijn Rooymans, Hans Schuurman, Alex Tallon, Claudia Van de Velde, Dirk Van Gerven, Beatrijs van Selm, en Frank Van Vlaenderen.